Veelgestelde vragen
Hier vindt u de veelgestelde vragen over het windpark. Staat uw vraag of antwoord er niet tussen? Neem dan gerust contact met ons op door een e-mail te sturen naar info@windparkderietvelden.nl.
Over het windpark
Windpark De Rietvelden is een samenwerkingsverband van Heineken Brouwerij ‘s-Hertogenbosch, containerterminal BCTN, sloop- en aannemersbedrijf Barten, de familie Pennings, energiecoöperatie Bossche Windmolen West en duurzaam energiebedrijf Pure Energie. Samen willen zij lokale, groene energie produceren voor de regio. Lees hier meer over ons.
Om te bepalen of een locatie geschikt is voor windmolens, wordt gekeken naar onder andere natuurwaarden, landschapswaarden, woningen in de omgeving, de aanwezigheid van hoogspanningslijnen, gasleidingen, wegen, bedrijven, wettelijke normen voor geluid en slagschaduw en natuurlijk of het er voldoende waait. Dat laatste wordt met hightech gedaan. Dat gebeurt met de zogeheten LIDAR-apparatuur. Dat apparaat staat op de grond, maar kan met behulp van een onzichtbare laser de windsnelheid op hoogte meten.
Het windpark is gebouwd. Klik hier voor een overzicht van de nieuwsberichten. Dat geeft het beste overzicht van de precieze stand van zaken.
De vier windmolens wekken naar verwachting gezamenlijk circa 38,6 miljoen kilowattuur groene stroom op per jaar.
De elektriciteit van drie van de vier windmolens wordt gebruikt om de brouwerij van Heineken in ’s-Hertogenbosch van groene stroom te voorzien. Deze drie windmolens wekken hiermee circa 60 procent van de elektriciteitsvraag van de brouwerij op.
De stroom van de vierde windmolen, die eigendom is van de honderden leden van coöperatie Bossche Windmolen West, wordt door deze inwoners van ’s-Hertogenbosch gebruikt.
Verder wordt een deel van de opgewekte elektriciteit door BCTN gebruikt om speciale batterijcontainers op te laden. Deze batterijcontainers zorgen voor de elektriciteit voor de elektrische binnenvaartschepen van BCTN die containers vervoeren tussen de BCTN-locatie in 's-Hertogenbosch en andere locaties in Nederland en België.
Ja, het waait hard genoeg. Zo staat er al enkele jaren een windmolen op de Treurenburg. Die wekt gemiddeld per jaar ruim 4 miljoen kilowattuur (kWh) op. De vier windmolens van Windpark De Rietvelden wekken naar verwachting samen circa 38,6 miljoen kWh per jaar op.
Het klopt uiteraard dat het aan de kust en op zee harder en vaker waait. Maar dat betekent niet dat ’s-Hertogenbosch ongeschikt is voor windmolens. Het gaat bij windmolens om de windsnelheid op ongeveer honderd meter hoogte. Daar waait het harder en constanter. De wind wordt op die hoogte niet onderbroken door bijvoorbeeld gebouwen en bomen. Daarom zijn windmolens groot en hebben ze lange wieken. Daardoor vangen ze veel wind in die hogere luchtlaag en wekken veel stroom op.
Een windmolen wekt al stroom op vanaf een windsnelheid van drie meter per seconde. Dat is ongeveer windkracht twee. Uit de windkaart blijkt dat de windsnelheid in de gemeente ‘s-Hertogenbosch op honderd meter hoogte gemiddeld lager is dan zeven meter per seconde. Dat is lager vergeleken dan andere delen van het land, maar vaak nog wel harder dan die drie meter per seconde die minimaal nodig is.
Alleen inzetten op bijvoorbeeld zonne-energie of biomassa is niet genoeg om de doelstellingen voor een klimaatneutraal ’s-Hertogenbosch te realiseren. Bovendien is windenergie op dit moment de goedkoopste optie voor duurzame energie. Zonne-energie is sterk in opkomst, maar momenteel nog fors duurder dan windenergie. En om evenveel stroom op te wekken als de vier windmolens van Windpark De Rietvelden, is circa 38 hectare aan zonnepanelen nodig.
Het belangrijkste is dat windmolens en zonnepanelen geen concurrenten zijn. Het is allemaal nodig om in de toekomst ook genoeg energie op te wekken. Zo heeft de gemeente ’s-Hertogenbosch in het Energietransitieprogramma 2016-2020 berekend dat er op alle geschikte daken zonnepanelen moeten liggen, op 300 hectare grond moeten ook zonnepanelen komen én er zijn twintig windmolens nodig om in 2050 klimaatneutraal te zijn. En ook dat is niet genoeg. Er moet dan tevens veel minder energie worden verbruikt en alsnog energie van buiten de gemeente komen. Het is allemaal nodig, omdat er heel grote hoeveelheden energie worden verbruikt in de maatschappij.
Daarnaast vullen windmolens en zonnepanelen elkaar vaak goed aan. Als het hard waait, schijnt de zon meestal minder of niet. Andersom schijnt de zon vaak feller als het zachter waait. Samen zorgen zonnepanelen en windmolens dan voor een stabiele stroom aan elektriciteit. Daarom moeten windmolens en zonnepanelen als aanvullend op elkaar worden gezien.
De vier windmolens van Windpark De Rietvelden krijgen een ashoogte van 119 meter en een rotordiameter van 117 meter. De tiphoogte wordt daarmee 177,5 meter. Met deze maximale afmetingen zijn de windmolens groter dan bijvoorbeeld de bestaande windmolen Treurenburg in 's-Hertogenbosch (tiphoogte 139 meter).
Hoe hoger in de lucht, hoe harder en constanter het waait en hoe meer stroom windmolens opwekken. En als de wieken twee keer zo groot zijn, wekt een windmolen vier keer meer stroom op. Dus grotere windmolens wekken meer stroom op.
Lees ook meer over het belang van de hoogte van windmolens in dit artikel.
Windmolens op zee moeten ook. Hiervoor geldt hetzelfde als voor zonnepanelen: met alleen windmolens op zee komen we er niet. Er is zoveel energie nodig dat er windmolens op zee én land nodig zijn. Naast zonnepanelen en andere energiebronnen. Een verhelderend artikel hierover kunt u hier lezen.
Toenmalig minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat bevestigde dat ook nog. Hij kreeg vanuit de Tweede Kamer de vraag wat de gunstige ontwikkelingen van windmolens op zee betekenen voor windmolens op land. Minister Wiebes reageert in een brief aan de Tweede Kamer kort, maar krachtig: windmolens op land zijn hard nodig. Het doel is dat er in 2020 enkele duizenden bij zijn gekomen op land en volgens de minister zijn ook in de jaren daarna nog meer windmolens op land nodig. U kunt de brief van de minister hier lezen. Ook in dit artikel van 31 maart 2018 in het Algemeen Dagblad kunt u daar meer over lezen.
Bovendien zitten er ook zeker voordelen aan windmolens in uw omgeving. Het biedt de kans om stroom te krijgen die in uw eigen buurt is opgewekt. Dat maakt u onafhankelijker van andere landen of grote bedrijven. Dankzij een windmolen in de buurt kunt u uw eigen energieleverancier zijn, met ook de bijbehorende financiële voordelen. In ’s-Hertogenbosch kan dat via de coöperatie Bossche Windmolen West (BWW). Deze coöperatie zorgt dat omwonenden en bedrijven in de omgeving gezamenlijk eigenaar zijn van een windmolen van Windpark De Rietvelden. Bovendien wordt een deel van het rendement van deze windmolens besteed aan projecten in de omgeving van de molen. Zo kan de windmolen de omgeving vooruit helpen.
Meer informatie hierover is hier te vinden, op de website van BWW.
Ook wind op zee heeft subsidie nodig
Er wordt gezegd dat windmolens op zee geen subsidie meer nodig hebben en daarom een betere optie zijn dan windmolens op land. Het klopt echter niet dat windmolens op zee geen subsidie krijgen.
Bij windmolens op zee stelt de overheid het gebied waar de molens komen ter beschikking. De overheid laat ook alle voorbereidingen op eigen kosten uitvoeren. Dat zijn bijvoorbeeld alle onderzoeken die moeten worden gedaan, de (gerechtelijke) procedures die nodig zijn voor de vergunning en het contact met betrokkenen uit de omgeving. Ook de netaansluiting – de kabel waarmee de stroom van de windmolens op het elektriciteitsnet komt – wordt verzorgd en betaald door de Nederlandse overheid en daarmee dus door de belastingbetaler. Dit is in september 2018 ook nog eens bevestigd door de Algemene Rekenkamer: ook windmolens op zee krijgen subsidie, tot en 2023 is daar 4 miljard euro voor gereserveerd. Lees meer hierover in het nieuwsbericht en achterliggende rapport van de Algemene Rekenkamer.
Bij windmolens op land komen al deze voorbereidingen en kosten voor rekening van de initiatiefnemers van de windmolens. Bij het maken van een plan voor windmolens is dit een grote kostenpost en ook het meest risicovol. Stel dat alle voorbereidingen worden getroffen, maar het plan uiteindelijk toch niet mag worden uitgevoerd? Dan zijn de initiatiefnemers al het geld dat ze erin hebben gestoken kwijt.
Bij wind op zee neemt de overheid dat risico en die kosten over van de bedrijven die de windmolens willen bouwen. Daardoor kunnen die bedrijven goedkoper windmolens bouwen. Daarom zeggen nu sommige bedrijven dat ze in de exploitatie – dus als de windmolens er staan en stroom opwekken – geen subsidie meer nodig hebben. Maar dat kan dus alleen omdat deze windmolens op zee in het voortraject subsidie en andere vormen van staatssteun hebben ontvangen.
Verder kost het ongeveer evenveel om met een windmolen op land een kilowattuur groene stroom op te wekken als met een windmolen op zee. Al jaren daalt de kostprijs van elektriciteit die wordt opgewekt door windmolens op land. Daardoor daalt ook de subsidie die deze windmolens krijgen hard. Windmolens op land zijn en blijven één van de meest kostenefficiënte vormen van duurzame energie. De verwachting is zelfs dat wind op land op relatief korte termijn (in 2025) zonder subsidie kan, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van branchevereniging NWEA. U kunt dat onderzoek 'Kostprijsanalyse Windenergie op Land' hier vinden.
Windmolens moeten worden gefabriceerd en dat kost energie. Vervolgens moeten ze een tijdje in gebruik zijn voordat ze de energie die het heeft gekost om ze te maken, zelf hebben opgewekt. Voor windmolens geldt dat ze na ongeveer een half jaar hun eigen energie hebben opgewekt.
Ja, in principe wel. Maar een molen staat ook wel eens stil. Bijvoorbeeld voor onderhoud of als het niet waait. Een molen wordt ook wel eens stilgezet om slagschaduw op nabijgelegen woningen te voorkomen. Zo wordt voorkomen dat het maximale aantal uur slagschaduw op een woning wordt overschreden. Een windmolen mag maximaal 6 uur slagschaduw per jaar veroorzaken op een woning.
Er staan in Nederland al best veel windmolens. Op de website www.windstats.nl kunt u live zien hoeveel stroom al die windmolens samen opwekken. Op een winderige dag is dat al gauw genoeg stroom voor een paar miljoen huishoudens. Ook www.energieopwek.nl is een interessante website.
Stroom opwekken met windmolens is vooralsnog duurder dan met bijvoorbeeld een kolencentrale. Om de productie van duurzame elektriciteit te stimuleren, verstrekt de Nederlandse overheid subsidie aan exploitanten van windmolens. Deze SDE++-subsidie vergoedt het verschil tussen de kostprijs van duurzame energie en de opbrengst van grijze energie uit kolen- en gascentrales. Zo kunnen windmoleneigenaren hun gemaakte kosten terugverdienen, maar tegelijkertijd hun stroom met een concurrerende prijs aanbieden aan consumenten. De subsidie wordt voor een periode van 15 jaar toegekend.
Hoofddoel SDE++: veel duurzame energie tegen zo laag mogelijke kosten
De inzet van de overheid is dat de SDE++ het exploiteren van de meest rendabele technologie mogelijk maakt. Omdat de ontwikkelingen hierin snel gaan, daalt de SDE++ vrijwel jaarlijks flink. De subsidie die exploitanten van windmolens per kilowattuur (kWh) krijgen, wordt dus steeds minder. Om te zorgen dat de windmolens rendabel zijn, moet de kostprijs van een kWh geproduceerd door een windmolen omlaag. Daarvoor zijn grotere windmolens nodig die efficiënter produceren. Een grotere windmolen is weliswaar duurder in aanschaf, maar doordat deze veel meer stroom produceert, zijn de kosten per kWh veel lager. Als de wieken twee keer zolang worden, wekt een windmolen vier keer zoveel op. Op grotere hoogte waait het bovendien harder, daardoor produceert een hogere windmolen ook meer elektriciteit. De kosten kunnen dan over veel meer kWh's worden uitgesmeerd. Daardoor kunnen de windmolens financieel uit met minder subsidie per kWh. En tegelijkertijd zijn kleinere windmolens met een hogere kostprijs per kWh dus niet meer mogelijk.
De hoeveelheid subsidie per kWh is de afgelopen jaren met tientallen procenten gedaald. Alleen de modernste windmolens met grote afmetingen zijn nog rendabel. Op verschillende plekken in het land zijn inmiddels windmolens gebouwd met tiphoogtes van ruim 200 meter. Dat is ‘het nieuwe normaal’ als het gaat om windmolens. Alleen deze afmetingen zijn nog rendabel.
Overigens zijn windmolens één van de goedkoopste vormen van duurzame energie. Voor grote velden met zonnepanelen is bijvoorbeeld meer subsidie nodig om de kosten te dekken. Uit berekeningen blijkt dat dit verschil nog jaren zal blijven bestaan. Uit onderzoek in opdracht van branchevereniging NWEA blijkt dat windmolens op land in 2025 zonder subsidie kunnen. U kunt dat onderzoek 'Kostprijsanalyse Windenergie op Land' hier vinden.
Te weinig wind? Dan ook geen subsidie
De SDE++-subsidie wordt pas achteraf uitgekeerd, over de elektriciteit die de windmolen daadwerkelijk heeft opgewekt. Als er te weinig wind is, wekt de windmolen niks op en wordt er dus ook geen SDE++-subsidie uitgekeerd. Bovendien wordt de subsidie verrekend met de elektriciteitsprijs: als de elektriciteitsprijs hoger is, krijgen exploitanten van windmolens minder subsidie per opgewekte kilowattuur (kWh). De verwachting is dat de SDE++-subsidie de komende jaren verder daalt en waarschijnlijk zelfs verdwijnt. Ook is een verwachting dat de elektriciteitsprijs stijgt, al blijft dat lastig te voorspellen. Indien dat gebeurt, is er dus nog minder subsidie nodig.
Voordat een windmolen wordt geplaatst, wordt goed in beeld gebracht wat het windaanbod is op die locatie, vaak met windmetingen. Aan de hand van deze meting is de te verwachten opbrengst van de windmolen goed te berekenen. Als daaruit blijkt dat het hier niet hard genoeg waait, zal geen bank of andere financier deze windmolen financieren en komt er dus geen windmolen. De subsidie die pas achteraf wordt uitgekeerd, verandert daar niets aan.
Als bedrijven die stroom maken uit kolen en gas ook zouden opdraaien voor de schade die hun CO2- uitstoot veroorzaakt, zou windenergie de goedkoopste vorm van elektriciteit zijn. De CO2-uitstoot van kolen en gas zorgt namelijk voor klimaatverandering. Het kost miljarden om Nederland aan te passen aan onder andere de hogere zeespiegel en hardere regenbuien als gevolg van klimaatverandering. Ook zorgt verbranding van kolen en gas voor luchtverontreiniging en daardoor voor gezondheidsklachten. Deze maatschappelijke kosten neemt de samenleving als geheel nu voor haar rekening en niet de energiebedrijven die deze schade veroorzaken.
Nee. Als een windmolen niet rendabel zou zijn, zou er niet in worden geïnvesteerd.
Ja, klimaatverandering is een serieus probleem. Door de uitstoot van broeikasgassen (vooral CO2) verandert het klimaat. De aarde warmt op en daardoor verandert het klimaat. Het weer wordt grilliger: langere periodes van droogte en als het regent, regent het harder. Heftige buien komen vaker voor. Dit gebeurt ook in Nederland. Bovendien is het niet een probleem van de verre toekomst, want het klimaat verandert nu al.
Klimaatverandering is niet meer te voorkomen. We kunnen alleen nog zorgen dat het klimaat niet te veel verandert en dat kan door heel snel niet of nauwelijks nog broeikasgassen uit te stoten. Windmolens leveren daaraan een belangrijke bijdrage, net als zonnepanelen, geothermie en nog andere vormen van duurzame energie.
Het doel van het klimaatakkoord van Parijs – getekend door bijna 200 landen - is de opwarming van de aarde beperken tot maximaal twee graden. Dan blijven de problemen nog beheersbaar. Als we doorgaan naar drie of vier graden opwarming, zullen de problemen echt heel groot worden. Grote delen van de aarde worden dan onbewoonbaar, honderden miljoenen mensen slaan op de vlucht en de klimaatverandering zal zichzelf dan door ingewikkelde natuurlijke processen nog eens versterken.
In dit artikel staat beschreven waarom er op korte termijn veel minder broeikasgassen moeten worden uitgestoten.
Algemene informatie over windenergie is te vinden op onderstaande websites:
Windvoorjou.nl
Op deze website van Natuur & milieu is informatie te vinden over windenergie op land. Ook leest u hier ervaringen van mensen die in de buurt van een windpark wonen.
Nwea.nl
De Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) behartigt de belangen van windenergie. In de NWEA werken alle organisaties en bedrijven, die in Nederland actief zijn op het gebied van windenergie, samen.
Windenergie.nl
Deze site gaat over windenergie op land. De site richt zich speciaal op professionals, dus iedereen die beroepshalve te maken heeft met windenergie.
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief. Of bekijk regelmatig onze website.
Meer informatie over burgerinitiatief coöperatieve vereniging Bossche Windmolen West (BWW) en de participatie van bewoners en bedrijven kunt u vinden op de website van BWW. BWW is bereikbaar via info@bosschewindmolenwest.nl
Mail ons op info@windparkderietvelden.nl. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op. Vragen over burgerinitiatief coöperatieve vereniging Bossche Windmolen West (BWW) kunt u mailen aan info@bosschewindmolenwest.nl
Procedure
De procedure om te komen tot een omgevingsvergunning voor het windpark is afgerond. Het windpark is inmiddels gebouwd. Hieronder staat beschreven hoe de procedure voor de omgevingsvergunning is verlopen. Klik ook hier voor meer informatie daarover op de website van de gemeente.
Het college van Burgemeester en Wethouders (B&W) besloot op 29 maart 2017 een voorstel te doen aan de gemeenteraad over Windpark De Rietvelden. Zij besloot het voorstel aan de gemeenteraad van 9 mei 2017 voor te leggen.
Voordat de raad op 9 mei hierover besloot, was er op 10 april een avond ‘Informeren en Ontmoeten’. De commissie ROB besprak het raadsvoorstel op 18 april.
Informeren & Ontmoeten op 10 april terugluisteren kan hier.
De vergadering van de commissie ROB terugluisteren kan hier.
Een meerderheid van de gemeenteraad – 28 stemmen vóór en 10 stemmen tegen - besloot op 9 mei 2017 in te stemmen met het voorstel. Daarmee gaf de gemeenteraad aan geen bezwaar te hebben tegen het windpark. De complete vergadering van de gemeenteraad van 9 mei is hier terug te kijken. Daar vindt u ook alle officiële stukken behorende bij het besluit. Een korte video (circa twee minuten) die de vergadering van 9 mei samenvat, kunt u hier zien.
Het was vervolgens aan de gemeente 's-Hertogenbosch om te besluiten over de aangevraagde omgevingsvergunning voor het windpark. Duurzaam energiebedrijf Pure Energie heeft de vergunning voor het windpark aangevraagd bij de gemeente. De gemeente heeft deze vergunning inmiddels verleend.
Voorafgaand aan het verlenen van de vergunning is een ontwerp-beschikking opgesteld. Deze lag vanaf 12 juni 2017 tot en met 24 juli 2017 ter inzage. Iedereen die wilde, kon in deze periode met een zienswijze hierop reageren. De gemeente heeft de binnengekomen zienswijzen betrokken bij de besluitvorming over de vergunning. De gemeente beantwoordt de zienswijzen in de definitieve beschikking. Ze heeft besloten de omgevingsvergunning voor het windpark te verlenen.
De aanvraag, de definitieve beschikking voor de omgevingsvergunning en de bijlagen lagen vanaf maandag 2 oktober 2017 tot en met 12 november 2017 ter inzage. Klik hier om op de website van de gemeente ’s-Hertogenbosch daar meer over te lezen.
In de periode van 2 oktober 2017 tot en met 12 november 2017 kon beroep worden ingesteld tegen de definitieve beschikking. Er zijn 7 beroepen ingesteld. Deze zijn tijdens een zitting op 23 januari 2018 behandeld door de rechtbank Oost-Brabant.
Op 5 maart 2018 deed de rechtbank uitspraak. Een beroepsgrond tegen de omgevingsvergunning van Windpark De Rietvelden is gegrond verklaard. De rechtbank stelt dat windmolen 4 niet behoort tot het cluster van windmolens op een bedrijventerrein. Dat is de windmolen aan de Gemaalweg die het dichtstbij de reeds bestaande windmolen Treurenburg staat. De rechtbank heeft daarom een streep gezet door windmolen 4. Windmolens 1, 2 en 3 mogen van de rechtbank wel worden gebouwd. Lees meer over deze uitspraak van de rechtbank in dit nieuwsbericht.
Pure Energie ging als de houder van de vergunning bij de Raad van State (RvS) in hoger beroep tegen deze uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Een aantal partijen die beroep hadden ingesteld bij de rechtbank zijn ook in hoger beroep gegaan bij de RvS. In de uitspraak van 7 augustus 2019 oordeelde de RvS dat er vier windmolens mogen komen. Daarmee is de omgevingsvergunning onherroepelijk geworden. Lees meer hierover in dit nieuwsbericht.
Participatie
Als initiatiefnemers vinden we het belangrijk dat iedereen die wil, en in het bijzonder omwonenden, kan profiteren van het project. De omgeving kan op twee manieren financieel participeren in het windpark:
Coöperatieve windmolen
Coöperatieve vereniging Bossche Windmolen West (BWW) is eigenaar van één van de vier windmolens. Via BWW is deze windmolen het gezamenlijke eigendom van 540 leden uit de omgeving: inwoners uit 's-Hertogenbosch die gezamenlijk hebben geïnvesteerd in deze windmolen en deze nu gezamenlijk exploiteren. Lees meer hierover op de website van BWW.
Omgevingsfonds
Pure Energie en BWW houden zich aan de gedragscode Wind op Land van branchevereniging NWEA. Daarom wordt vanuit Windpark De Rietvelden 0,50 euro per opgewekte MWh (megawattuur) per jaar beschikbaar gesteld voor een omgevingsfonds voor de omgeving.
De beoogde windmolens wekken per jaar een bepaald aantal MWh op. Die hoeveelheid opgewekte stroom wordt vermenigvuldigd met 0,50 euro. Dat is dan het budget per jaar dat beschikbaar is voor de financiële participatie. Deze bijdrage wordt 15 jaar lang afgedragen. Hoe dit fonds wordt beheerd en waaraan het wordt besteed, wordt in overleg met de omgeving bepaald. Lees meer hierover op deze pagina.
Effecten van een windmolen
Veruit het meeste geluid van een windmolen wordt veroorzaakt door de luchtstroming om de draaiende wieken. Het windmolengeluid is niet constant en hangt af van de windsnelheid. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van stillere windmolens en deze ontwikkelingen gaan nog steeds door. Om geluidshinder voor omwonenden zo beperkt mogelijk te houden, zijn er wettelijke normen opgesteld voor windmolens:
- De eerste norm voor het geluid van windmolens is Lden 47 dB (decibel). Dit is de hoeveelheid geluid die gemiddeld over een jaar buiten op de gevel van geluidsgevoelige objecten zoals woningen, scholen en zorgcentra mag ontstaan. Dit mag gemiddeld over een jaar niet meer dan Lden 47 dB zijn. In het getal Lden zijn voor de avond en nacht extra toeslagen verwerkt, waardoor het werkelijke gemiddelde geluidniveau ongeveer 6 dB lager is dan Lden 47 dB.
- De tweede norm is Lnight 41 dB. Deze norm is specifiek voor de nacht. Dit werkt hetzelfde als de norm van Lden 47dB, maar het verschil is dat het geluid ’s nachts buiten op de gevel dan gemiddeld over een jaar niet meer dan Lnight 41 dB mag zijn. Deze norm van Lnight is ingevoerd naast de norm van Lden om te zeker te stellen dat de nachtrust van omwonenden wordt beschermd.
Een grotere windmolen mag niet meer geluid op de gevel van een woning van derden veroorzaken dan een kleinere windmolen. Ook het aantal windmolens maakt niet uit: de maximale hoeveelheid geluid die op de gevel van een woning van derden mag worden veroorzaakt, blijft ook bij meerdere windmolens maximaal Lden 47 dB. Dat een grotere windmolen niet automatisch meer geluid maakt, blijkt ook uit het type windmolen dat is gekozen voor Windpark De Rietvelden. Meer daarover leest u in dit nieuwsbericht.
Geluid Windpark De Rietvelden op de kaart
Hieronder ziet u plattegronden waarop de geluidscontouren van Lden 47 dB en Lnight 41 dB van Windpark De Rietvelden staan aangegeven (tekst loopt door onder de plattegronden).
Het volledige geluidsonderzoek van Windpark De Rietvelden leest u hier.
Lden 47 dB
Lnight 41 dB
Hinder van geluid van windmolens?
Hoe verder buiten deze cirkels op de plattegronden, hoe minder er te horen is van de windmolens. Dat betekent niet dat er kan worden gegarandeerd dat omwonenden die buiten deze cirkels wonen de windmolens nooit zullen horen. Wel blijkt uit de praktijk dat de overgrote meerderheid van omwonenden met deze normen geen hinder ondervindt.
Uit onderzoek (dosiseffect-relaties) dat is gedaan naar het geluid van windmolens blijkt dat gemiddeld 8 procent van omwonenden binnenshuis hinder ervaart als het geluid op de gevel van de woning gelijk is aan de wettelijke norm (Lden 47 dB). Dit zijn bewoners van huizen waarbij de windmolen zoveel geluid maakt als wettelijk maximaal is toegestaan. Veel huizen staan verder weg van een windmolen waardoor de windmolen minder goed te horen is. Het aantal mensen dat hinder ervaart van het geluid wordt daardoor ook minder (volgens de dosiseffect-relatie).
Of mensen last hebben van het geluid, is ook vaak een persoonlijke ervaring. Wie principieel tegen windmolens is of zich niet goed betrokken voelt bij het project, zal eerder de windmolens horen en zich daaraan ergeren. Die ervaart dus hinder. Maar wie zich wel goed betrokken voelt of bijvoorbeeld via een coöperatie mede-eigenaar is, hoort de windmolens vaker niet of nauwelijks en ervaart ze sneller niet als hinderlijk, zo blijkt uit onderzoek. In een recente publicatie (29 oktober 2020) van het RIVM wordt dat bevestigd. Lees meer hierover ook in deze vraag en antwoord-rubriek van het RIVM. In deze factsheet 'Gezondheidseffecten van windturbinegeluid' van het RIVM (juli 2021) wordt dit ook nader toegelicht.
Daarnaast zal in deze omgeving het andere omgevingsgeluid (zoals de snelweg en de industrie) naar verwachting regelmatig het geluid van de windmolens kunnen maskeren.
Meer over geluid leest u ook hier.
De norm: maximaal 5 uur en 40 minuten per jaar
Met slagschaduw wordt de schaduw bedoeld die ontstaat als de zon tegen de wieken van de windmolen schijnt. Doordat de wieken bewegen, beweegt deze schaduw ook. Als deze bewegende schaduw over bijvoorbeeld ramen van woningen gaat, kunnen omwonenden dat als hinderlijk ervaren. In de wet zijn voorschriften opgenomen om hinder door slagschaduw te beperken. Dat betekent dat de gevel van zogeheten gevoelige objecten – zoals woningen, scholen en zorgcentra – maximaal 5 uur en 40 minuten per gemiddeld jaar mag worden geraakt door de slagschaduw. De hoogte van de windmolen of het aantal windmolens maakt daarbij niet uit: de gevel mag maximaal 5 uur en 40 minuten per gemiddeld jaar worden geraakt door de slagschaduw.
Speciale software zet de windmolens stil: stilstandsvoorziening
Speciale software in de windmolens zorgt dat de windmolens automatisch worden stilgezet om te zorgen dat bijvoorbeeld woningen niet meer dan 5 uur en 40 minuten per jaar worden geraakt door de slagschaduw. Dit heet een stilstandsvoorziening. Bij deze berekeningen wordt ervan uitgegaan dat woningen gevels hebben met grote ramen. Ook wordt ervan uitgegaan dat er geen objecten zoals bomen tussen de woning en de windmolen staan. In de praktijk kunnen bijvoorbeeld bomen de slagschaduw voorkomen. Het valt heel precies te berekenen wanneer ergens slagschaduw ontstaat, aan de hand van de stand van de zon. Daardoor is dit goed te regelen en daar is inmiddels veel ervaring mee met de vele windmolens die al in Nederland staan.
Positie van de zon en tijdstip van de dag hebben veel invloed
Of slagschaduw hinderlijk is, is sterk afhankelijk van de positie van de woning ten opzichte van de windmolen. Als de windmolen bijvoorbeeld ten noorden van een woning staat, zal dat huis niet of nauwelijks worden geraakt door de slagschaduw. De zon schijnt immers nooit vanuit het noorden en kan dus een woning die ten zuiden van een windmolen staat niet raken. Op onderstaande tekening kunt u zien hoe de slagschaduw werkt (tekst loopt door onder de afbeelding):
Slagschaduwonderzoek en slagschaduwcontour
Hieronder ziet u de slagschaduwcontour van de vier windmolens van Windpark De Rietvelden. Het volledige onderzoek naar slagschaduw waar deze contour uit afkomstig is, kunt u hier lezen.
Belangrijk: op onderstaande plattegrond is nog niet de stilstand verwerkt die nodig is om aan de norm te voldoen. Voor veel woningen in de omgeving geldt daarom dat zij minder slagschaduw ontvangen dan op onderstaande plattegrond staat aangegeven.
De rode lijn op de plattegrond geeft aan waar zes uur per jaar slagschaduw is te verwachten, als de windmolens niet worden stilgezet.
De groene lijn op de plattegrond geeft aan waar geen slagschaduw meer is te verwachten, als de windmolens niet worden stilgezet.
Er is, ondanks vele onderzoeken en studies, geen bewijs voor directe gezondheidseffecten door toedoen van windmolens. De ervaring in de praktijk ondersteunt dat: er staan inmiddels al zeker 2000 windmolens in Nederland - waaronder één in 's-Hertogenbosch -, maar dat leidt bijvoorbeeld niet tot grote groepen omwonenden die ongezonder of ziek worden.
Ook voor de stelling dat het laagfrequente geluid van windmolens nadelige gezondheidseffecten tot gevolg heeft, is geen bewijs. Laagfrequent geluid is meegenomen in de geluidsnormen en deze normen zijn vastgesteld om omwonenden te beschermen. Daarnaast produceren windmolens beperkt laagfrequent geluid. Vergelijkingen met onderzoeken waarin het effect van industriële hoeveelheden van dit type geluid wordt beschreven, gaan mank. Bij windmolens is zeker geen sprake van dergelijke geluidsniveaus.
Meer informatie over windmolens en de gezondheid van omwonenden kunt u onder andere hier, hier, hier, hier en hier lezen. In juli 2017 is met betrekking tot dit onderwerp ook nog een publicatie van GGD en RIVM verschenen. In deze factsheet 'Gezondheidseffecten van windturbinegeluid' van het RIVM (juli 2021) wordt dit ook nader toegelicht.
Naar aanleiding van inspraakreacties op het onderwerp gezondheid heeft de gemeente 's-Hertogenbosch gevraagd of TNO een advies kan uitbrengen. Het advies van TNO kunt u hier lezen.
De plaatsing van windmolens heeft een positief effect op de werkgelegenheid. Tijdens de bouw worden veelal lokale aannemers ingezet voor bijvoorbeeld de realisatie van civiele werken (kraanopstelplaatsen, wegen) of fundatiewerk. In de beheerfase zijn monteurs vereist voor het onderhoud van de windmolens.
Uit onderzoek dat hier naar is gedaan, blijkt dit mee te vallen. Woningen worden hooguit een paar procent minder waard. Ook is uit onderzoek gebleken dat dit effect tijdelijk kan zijn, dus dat de waarde van een woning na een tijdje weer stijgt.
De waarde van een huis hangt van veel factoren af. Dat zegt onder meer de NVM, vereniging van makelaars. Bij de taxatie van een woning hangt de uitkomst af van de staat van onderhoud, grootte van het huis en perceel, de indeling, constructie, de gebruikte materialen, hoe energiezuinig het is, het bestemmingsplan, grondrechten, de marktsituatie op dat moment en inderdaad ook de ligging en omgeving van het huis.
Uiteraard kan een windmolen invloed hebben. Net zoals wegen, bedrijven of een buurman die een extra schuur bouwt. Bovendien is de kans groot dat over een paar jaar veel mensen relatief in de buurt van een windmolen wonen. Dat is het gevolg van de benodigde omschakeling naar schone energie uit onder meer windmolens. Er ontstaat een nieuwe realiteit en ook dat weegt mee in uiteindelijke bepaling van de woningwaarde.